Mostrando postagens com marcador gramatika. Mostrar todas as postagens

wat is een lidwoorden

hier lidwoord

persoonsvorm

persoonsvorm

zinsdelenpersoonsvorm

https://www.jca-businesssupport.nl/2013/10/02/jou-of-jouw-u-of-uw/

https://taaladvies.net/taal/advies/vraag/1149/

https://taaladvies.net/taal/advies/vraag/1149/

Een open vraag is een vraag die naar uitgebreide en verklarende antwoorden zoekt. Je nodigt je gesprekspartner uit om veel informatie te geven. Ze vragen vaak naar het wat, waar, wie, waarom, waarmee en het hoe.

Voordelen: De vragen leveren veel informatie op en de opdrachtgever hoeft niet veel inspanning te leveren, de ander is vrij in het formuleren van een antwoord en zal dus het meest van de tijd aan het woord zijn.

Voorbeelden:

Waarom lijkt het je leuk om verkoper te worden?

Wat voor soort gedrag toonde de klant?

Hoe zou je hun aanpak beschrijven?

Wat was de reactie?

Welke vragen heb je gesteld?

Een gesloten vraag is een vraag waarop de ander alleen kan antwoorden met één van de voorgecodeerde antwoordmogelijkheden, vaak zijn deze antwoorden ‘ja’ of ‘nee’. Gesloten vragen beperken dus de antwoordmogelijkheden, ze zijn handig om toe te passen wanneer je behoefte hebt aan specifieke informatie.

Voordelen: Jij stuurt het gesprek, het gesprek zal niet lang duren en jij kan recht op je doel af.

Voorbeelden:

Krijg ik morgen een reactie?
Zijn we het eens met deze beslissing?
Bent u tevreden over de diensten die wij leveren?
Is dat je eigen stad?

Voordelen: Jij stuurt het gesprek, het gesprek zal niet lang duren en jij kan recht op je doel af.

Voorbeelden:

Krijg ik morgen een reactie?
Zijn we het eens met deze beslissing?
Bent u tevreden over de diensten die wij leveren?
Is dat je eigen stad?

Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 2

1 Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 2
Deze woorden leer je vandaag:het antwoordbeantwoordenalfabetischde legendahet alfabetbesprekenhet telefoonboekspeuren

2 het alfabet

3 het alfabetAlle letters op een rij van A tot Z.

4 alfabetisch Dit betekent dat de woorden staan in de volgorde
van het alfabet, dan kun je het makkelijk vinden.

5 het antwoordDit is de oplossing op een vraag.

6 bespreken Je praat erover, je overlegt samen of het goed is
Of wat je ervan vindt of wat je gaat doen.

7 beantwoordenAntwoord geven op een vraag.

8 de legendaDe uitleg bij een kaart. Bijvoorbeeld dat blauw water is of wat bepaalde tekens betekenen.

9 speurenHeel goed zoeken, je let goed op of je het ziet.

10 het telefoonboekIn dit boek kijk je als je een telefoonnummer van iemand wilt weten. Om het makkelijk te maken staan de namen op alfabetische volgorde.

Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 3

1 Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 3
Deze woorden leer je vandaag:de advertentiede taalhet artikelhet werkwoordhet zinsdeelde nieuwskringbladerende schoolkrantde klank

2 de nieuwskring

3 het artikelEen stuk tekst in een krant of tijdschrift.

4 de advertentieEen stukje in de krant om iets te koop aan te bieden.

5 de taalEen …. bestaat uit letters, woorden en klanken, door taal kunnen mensen met elkaar praten/ communiceren.

6 het werkwoordEen doewoord, je kunt het doen.

7 het zinsdeelEen deel van een zin.

8 de nieuwskringEen kring waarin kinderen iets vertellen over het nieuws.

9 de klankDe manier waarop iets klinkt.

10 bladerenBladzijden achter elkaar omslaan.

11 de schoolkrantDe krant van de school.

Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 4

les 5

Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 6

1 Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 6
Deze woorden leer je vandaag:het journaalhetoplezenplechtigsprekende toonde televisieverstaande verteller

2 het journaal

3 het journaal Een programma op de televisie waarin verteld wordt
wat er die dag in de wereld is gebeurd.

4 oplezenHardop lezen wat op een blaadje of in een boek staat.

5 plechtigNetjes en ernstig.

6 sprekenEen ander woord voor praten.

7 de televisie Een apparaat met een beeldscherm
waar je programma’s mee kunt bekijken.

8 de toonDe manier waarop je iets vertelt.

9 verstaanAls iemand duidelijk, netjes en in dezelfde taal praat, weten mensen wat er bedoeld wordt.

10 de vertellerIemand die iets vertelt. Dit kan een spannend verhaal zijn wat hij of zij uit zijn hoofd vertelt.

Woordenschat groep 5 Thema 2 Les 2

Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 3

Cada dia eu estou estudando uma palavra em Holandes e aprendendo a gramatica holandesa.

faceboek

NT2ToTaal

http://www.nt2taalmenu.nl/schrijven4/brief3/opdracht.htm

http://nt2taalmenu.nl/nt2/?page_id=155

http://www.nt2taalmenu.nl/schrijven4/edA2/brieven.pdf

opdracht 1

http://www.nt2taalmenu.nl/grammatica4/omdat/opdracht1.htm
opdracht 2

http://www.nt2taalmenu.nl/grammatica4/omdat/opdracht2.htm

opdracht3
http://www.nt2taalmenu.nl/grammatica4/omdat/opdracht3.htm

extra oefening
http://www.taalblad.be/zinsbouw/en-conjunctie-en-bijzin

http://www.nt2taalmenu.nl/grammatica4/omdat/omdat.htm

Een open vraag is een vraag die naar uitgebreide en verklarende antwoorden zoekt. Je nodigt je gesprekspartner uit om veel informatie te geven. Ze vragen vaak naar het wat, waar, wie, waarom, waarmee en het hoe.

Cada dia eu estou estudando uma palavra em Holandes e aprendendo a gramatica holandesa.

Search

Translate

Popular Posts

HISTORIA DA HOLANDA

Followers

yuo tube

Featured post

O Diário de Anne Frank 2009 - Filme Completo

Labels

DOACOES PRA AFRICA

Deixa uma mensagem

Páginas